Koor

Hans en Koor
Het koor is in 1986 ontstaan in de ateliergebouwen aan de Mullerpier waar nu de Sint-Jobshaven is. Een groep kunstenaars startte het koor onder leiding van Hans Riphagen, die in die tijd zelf nog conservatoriumstudent was. Het ongepolijste geluid van gedreven, maar onervaren zangers kenmerkte ‘Hans en Koor’. Hij nam het koor mee op de muzikale weg langs Slavische liturgische werken. En ook toen stonden er al madrigalen op het programma. Er werd opgetreden bij openingen van exposities en intieme feesten, maar de voornaamste bezigheid waren de repetities zelf.

Koor en Cora
Met de komst van Cora Schmeiser, zangeres, als onze dirigent werden wij ‘Koor en Cora’. Zij heeft ons koor met passie geleid in de periode 1998 tot 2011. Cora liet ons beter en mooier zingen. De concertprogramma’s bestonden uit een combinatie van oude en hedendaagse koormuziek en altijd met een thema. Dat thema kreeg vorm door naast onze zang samenwerking te zoeken met instrumentalisten (harp, Japanse sho) en ensembles (saxofoonkwartet) en door aandacht te besteden aan de typografie van de tekstboekjes en de uitnodigingen.

Koor en Oscar
Oscar M. Echeverry is van september 2011 tot juni 2013 de dirigent geweest van Koor en Oscar. Met veel gevoel en muzikaliteit heeft Koor en Oscar onder zijn leiding het open koorproject Quand ‘io penso al martir uitgevoerd en de essentie van de madrigalen van Arcadelt getroffen. Door zijn emigratie naar Zürich in Zwitserland kwam een eind aan zijn inspirerende dirigentschap van het koor.

Koor en Zuri
Nu zijn wij ‘Koor & Zuri’. En nog steeds is in de kern de belevenis van het zingen tijdens de repetitieavonden wat ons samenbrengt en telkens weer boeit.
Die avonden zijn intensief en vooral inspirerend. De vorming van de stem en de klank van het koor is het hoofddoel. Ook al kan er thuis geoefend worden op de noten, het echte zingen kan alleen met het hele koor.

Het koor bestond oorspronkelijk uit beeldend kunstenaars, maar door de jaren heen zijn daar veel zangers uit verschillende hoeken bij- en langsgekomen. Gebleven zijn de sfeer en het gevoel. De omgeving van het koor kenmerkt zich nog altijd door de beeldende kunst. De eerste 15 jaar werd er gezongen in houtgestookte ateliers, later in galerieruimtes. Het oog gericht op de dirigent natuurlijk, maar in een zich steeds veranderende ‘oefenruimte’ rijk aan visuele prikkels.